Friendlier and more open government data

This is an English rewording of a post in Dutch earlier this week just in time for this Reboot session.

I’ve recently been involved with several government initiatives to make government data more accessible and to show what’s possible if that data is publicly available. The premise is that if government data is open, developers and other third parties kan reuse that data and make useful stuff with it. Stuff that can for instance serve as inspiration for our Dutch show us a better way contest: Dat Zou Handig Zijn.

Most recently we had a Hack the Government devcamp/unconference where people interested in this stuff could exchange ideas and build stuff.

Hack de Overheid
photograph by Anne Helmond

A while back I did a project on widgets which was mostly a supply side initiative triggered by a listing of readily available data.

Simultaneously Ton and James did a project on process recommendations for the public sector when it comes to releasing their data. As a part of that project I helped them sift through the currently available data sources from a technical point of view and to see which of those sources could be repackaged in an interesting and more user and developer friendly way.

That wasn’t very easy. Dutch government does publish a ton of data online but usually in rather unaccessible formats and interfaces and without clear descriptions on what it is. We picked two data sources and we managed to realize two new websites based on that data: Schoolvinder (‘School finder’) and Vervuilingsalarm (‘Pollution alert’).

School finder

A Dutch institution called the CFI already has a store with a lot of data on schools. We used their search interface and output (which though ugly and slow was remarkably reusable) and rebranded that into a simplest possible school search engine which is easily understood by parents looking for schools in their area.

Besides that we also create a canonical URL for every school in the Netherlands so other parties can refer to that and we can build stuff on top of those school pages.

The first problem this fixes is that the website is poorly usable and worded almost exclusively in jargon. Employees from the ministry of education told us later that the CFI data is not meant to be used by the public but we think this is still a fix.

Secondly it fixes the fact that this information is quite hard to find and to refer to. Our search engine is easy and open and school data is republished at unique URLs using microformats.

We would have liked to link our school pages to some numerical data from another database of the CFI but that was too hard to realize within the alotted time. Even linking to that other site proved to be too hard because those webpages were shielded in a needlessly complex ASP.NET environment.

Pollution alert

Pollution alert takes the predicted particulate values for a number of sensor stations and makes those accessible. I made a scraper to take the predicted data from the RIVM site and store it in Google App Engine. From our own store in Google App Engine, we show the geocoded stations, we push alerts out to Pachube and Twitter, graph the data and provide an API. We believe there is a lot of latent interest in the general public for this kind of data but that usable presentation forms have not been forthcoming.

RIVM to their credit does publish most of their data online, but definitely not in the most accessible formats nor in ways that enable normal people to audit their living environment.

Principles

The sites we built are very advanced prototypes which are completely functional and even highly scalable. During building we followed some principles which may be interesting to touch upon here.

Friendly design

Both sites have a pleasant and friendly design created by Buro Pony. This is important because people are more inclined to use sites that look nice and experience those sites as being more user friendly.

A nice design needs to be accompanied by clear and simple writing without jargon that connects with the way people think about the stuff you’re describing.

Most websites can be improved massively by just implementing these two points.

Playing well with others

Both websites also connect with a bunch of other sites that improve upon the concept. They’ve been built on Google App Engine a system which is easy to develop for and which is readily scalable. Maps are retrieved from Google Maps, graphs are provided by Google Charts and sensor data is pushed to Pachube and Twitter.

The experience on the main site is just a part of the whole. The data needs to be accessible from and easily pushable to where it’s needed most.

On the Hack the Government event somebody said something along these lines: ‘systems integration is difficult and complicated and if you’re good at it, you can make a lot of money with it’. This is a well known Enterprise IT mantra but if there’s one thing that the abundances of mashups proves, it’s that integrating systems on the open web is everything but complex.

On the open web we have usable and developer friendly API standards with tooling, besides that we have proper standards for identity and authentication.

If you don’t dig yourself into a hole, it really doesn’t have to be that difficult. And none of this is exactly new, this technology has been around for ages and it just builds on the strengths of the internet.

Standards based

Both sites are completely standards based. As an experiment I wrote both in a conservative form of HTML5 (and validated that) partly out of curiosity to see how it would turn out and partly because I think that our current Dutch industry standard XHTML is a dead end.

Added to that I have sprinkled in some microformats in places where it was obvious to do so (e.g. school addresses). The notion that it takes significant extra time to add microformats to a project is absurd and these days the advantages of adding them keep piling up.

Yes, it takes some effort to learn to use standards and microformats properly, but once learned I think it actually takes more effort not to use them.

Quickly

Finally, both sites have been built in a couple of days over the course of about a week and a half. We wanted to show that when we’re talking about a quick project, it really can be quick and that building a non-trivial usable beautiful website does not need to cost a lot of time or money.

All of this can be improved. Let’s get at it.

Overheidsgegevens opener en vriendelijker

Ik ben pas bezig geweest met verschillende overheidsinitiatieven om overheidsgegevens makkelijker toegankelijk te maken en te laten zien wat er mogelijk is als die gegevens toegankelijk zijn. Het idee is dat als de gegevens van de overheid open zijn, ontwikkelaars en andere partijen die kunnen hergebruiken en dingen kunnen maken waar andere mensen behoefte aan hebben. En dat zou weleens handig kunnen zijn.

Hack de Overheid
foto door Anne Helmond

Pas was er al het widget-project wat een initiatief was gedacht vanuit het aanbod: ‘Wat hebben we waar we iets van kunnen maken?’

Parallel daaraan liep Ton en James hun project over aanbevelingen voor de publieke sector wat betreft het vrijgeven van data. Als onderdeel van dat project heb ik meegeholpen met een inventarisatie van de al online beschikbare gegevensbronnen in Nederland en kijken welke gegevens we op een interessante manier zouden kunnen heraanbieden.

Dat viel nog redelijk tegen. Er zijn online wel veel gegevens beschikbaar maar meestal zitten ze in relatief ontoegankelijke formaten en zonder veel uitleg erbij wat het is en wat je ermee kunt. Uiteindelijk hebben we twee diensten gerealiseerd Schoolvinder en Vervuilingsalarm.

Schoolvinder

Zoals op de over-pagina van Schoolvinder al staat hebben we de gegevens die bij het CFI al geregistreerd staan over scholen versimpeld aangeboden met een simpel zoekscherm wat aan zal sluiten bij de ideeën van de gemiddelde ouder.

Daarnaast doen we een poging om voor elke school in Nederland een canonieke URL —een basisbehoefte op het internet— te definieren waar je naar kunt refereren en waar je dingen bovenop kunt bouwen.

Dit is een probleem wat we bij de overheid vaker tegenkomen, dat webpagina’s slecht samenwerken maar ook dat ze niet mooi zijn en vaak omkomen in jargon. Later hebben we van mensen van MinOCW begrepen dat de CFI gegevens niet voor het bredere publiek bedoeld zijn en dat schoolgegevens ook op andere plaatsen (en dan vaak ook op andere aggregatieniveau’s) bijgehouden worden.

Dat is misschien onhandig maar waarschijnlijk verklaarbaar waarom de gegevens dubbel bijgehouden worden maar dat de site voor werknemers bedoeld is doet er niks aan af dat hij moeilijk bruikbaar is. De herbruikbaarheid is redelijk ok —we hebben immers onze dienst er bovenop kunnen bouwen— maar het kan zeker veel beter.

En we hadden graag ook elke school gekoppeld met de database Onderwijs in Cijfers maar dat viel niet te realiseren omdat die webpagina’s (onnodig) ver weg zijn weggestopt in een complexe ASP.NET omgeving.

Vervuilingsalarm

Bij Vervuilingsalarm hebben we de gegevens uit een webpagina van het RIVM geplukt. We denken dat de interesse voor dit soort gegevens uit de omgeving bij het publiek potentieel groot is maar dat het tot nu toe te weinig op een gebruiksvriendelijke manier wordt weergegeven.

Bij het RIVM staan wel veel bestanden online maar ik kan niet zeggen dat ze in de meest toegankelijke formaten beschikbaar zijn of dat ze gewone mensen in staat stellen hun leefomgeving door te lichten.

Principes

De sites die we gemaakt hebben zijn vergevorderde prototypes die compleet bruikbaar en schaalbaar zijn. Bij het bouwen hebben we een paar principes gehanteerd die misschien interessant zijn om aan te stippen.

Vriendelijk ontwerp

De sites hebben een mooi en vriendelijk ontwerp gemaakt door Buro Pony. Dit is belangrijk omdat mensen een site die er mooi uitziet liever gebruiken en ervaren als gebruiksvriendelijker.

Bij dat mooi ontwerp hoort ook kopij met simpel en helder taalgebruik zonder jargon, die aansluit bij de belevingswereld van mensen.

De meeste websites kun je met deze twee verbeteringen al gigantisch vooruit helpen.

Integratie met anderen

Beide websites integreren zonder al teveel problemen met een serie andere sites die het concept versterken. Het is gebouwd op Google App Engine een systeem wat bijzonder schaalbaar en betrouwbaar is en zonder veel problemen worden kaarten opgehaald van Google Maps, grafieken van Google Charts en sensorgegevens worden doorgestuurd naar Pachube

Op het Hack de Overheid event zei iemand dat ‘het integreren van systemen moeilijk en complex is en dat als je dat goed kunt je er veel geld mee kunt verdienen’. Dit is een bekende algemene wijsheid in de enterprise IT maar als er één ding is wat de mashups die online normaal zijn bewijzen, is het dat integratie op het open web alles behalve moeilijk is.

Er zijn bruikbare API-standaarden met tooling, daarnaast zijn er goede standaarden voor identiteit en authenticatie en als je het jezelf niet te ingewikkeld maakt hoeft het echt niet moeilijk te zijn. En dit is niet nieuw ofzo, deze technologie bestaat al lang en bouwt gewoon door op wat het internet al goed doet.

Standaarden gebaseerd

De sites die we gebouwd zijn zijn compleet op standaarden gebaseerd. Ik heb de pagina’s als experiment geschreven in HTML5 (en gevalideerd) deels uit interesse en deels omdat ik van mening ben dat het nu gangbare XHTML een dood spoor is.

Verder heb ik waar ik het gepast vond ook gegevens (bijvoorbeeld de contactgegevens van de scholen) met microformats geannoteerd. Het idee dat microformats toevoegen aan een project significante extra tijd kost is wat mij betreft achterhaald en tegenwoordig is er een hard reëel voordeel aan te voeren.

Het kost even moeite om jezelf aan te leren om standaarden en microformats te gebruiken, maar als je het kunt is het bijna meer moeite om het niet te doen.

Snel

Verder heb ik beide sites gebouwd in een tijdspanne van een paar dagen. Waarmee we wilden aangeven dat een snel project ook echt snel kan en dat het maken van een gebruiksvriendelijke niet-triviale site niet veel tijd en geld hoeft te kosten.

Het kan allemaal wél beter. Laten we het dus gaan doen.

Opera do Malandro

Zondag waren we naar de “Opera do Malandro” opvoering van Chico Buarque door CODARTS in Rotterdam. Het was een erg tof muzikaal optreden en een leuke dag. Het was onderdeel van het Brazil Contemporary festival dat nog doorloopt in Rotterdam.

Pimp!

Thuis kwam ik erachter hoe klassiek dit muziekstuk is maar ik kon er bijna niks van vinden op Spotify. Het arrangement en de manier van spelen zondag waren iets minder klassiek maar eigenlijk wel veel leuker. Ik zou het aanraden, maar ik weet niet of ze het nog een keer spelen. Ze hadden vorige week 3 optredens en het lijkt er een beetje op dat dat het was.

Opera do Malandro

Ik heb tijdens het optreden met mijn iPhone wat opgenomen, nauwelijks representatief en hele slechte kwaliteit, maar beter dan niks:

“O Meu Amor”

En het hele leuke “O Casamento dos Pequenos Burgueses”:

Wat rondklikkend online kwam ik op wat vage MP3-websites ook bestanden tegen voor twee andere leuke liedjes uit de opera:

Het prettig nare “Geni en de Zeppelin”:

En de uitsmijter van de avond “Las Muchachas de Copacabana” met hun ‘loura muçulmana’:

Hier op Youtube uit een ander optreden:

De audiobestanden staan in dit bericht gelinked met <audio> elementen en zijn op dit moment alleen te bekijken met Safari of met een development versie van Firefox. Hier komt langzaamaan verbetering in, zeg maar dat dit toekomstbereid is.

Bewakers van de journalistiek

Het Britse parlement heeft als antwoord op de onkostenaffaire 700’000 documenten vrijgegeven met daarin alle uitgaven van de MPs. Normaal gesproken zou dat een maatregel zijn waarmee een volledig onderzoek naar de uitgaven getraineerd wordt. Wie gaat er nou 700’000 documenten bekijken? Journalisten zouden misschien wat bekende politici doorlichten of steekproefsgewijs wat bekijken.

Toen kwam de Guardian met deze website waar het publiek de documenten kan bekijken en annoteren. Zoek op (jouw) parlementariër, of per partij en blader dan scans bladeren, classificeer documenten, haal bedragen omschrijvingen en andere belangrijke gegevens eruit en sla ze op in een gestructureerd formaat én rapporteer fouten/sabotage van anderen. Beetje voor beetje, totdat alle documenten bekeken zijn. Van de 700’000 staan er nu 70’000 online en ze worden snel verwerkt. Toen de site net live was, kregen ze ze niet aangesleept.

Dit is een fantastisch voorbeeld van het feit dat mensen online best tot grote dingen kunnen komen, als de manier waarop ze dat moeten doen maar begrijpbaar en behapbaar is. Collectieve actie naar een gezamenlijk doel gebruik makend van ons cognitieve surplus, zoals beschreven in Shirky’s “Here Comes Everybody”. En bedenk: Is dit nu echt zo complex?

De middelen

Ik was in Austin bij een sessie over kranten en Simon Willison van the Guardian kondigde toen of had toen net de API van the Guardian aangekondigd. Via die API, het Guardian ‘Open Platform’ kun je de gehele inhoud van de Guardian doorzoeken, filteren en de artikelen hergebruiken bijvoorbeeld op je eigen website. Dat is al redelijk revolutionair.

Ze draaien er ook een datablog over gegevens die ze verzamelen wat erg interessant is en laat zien hoe journalisten gegevens gebruiken en uitnodigt om zelf meer te doen met diezelfde gegevens.

Kort gezegd ze zijn daar redelijk goed en goed bezig wat internet betreft. Dat is wel ten dele sinds Simon Willison er werkt, die een groot deel van de API en andere programmeertaken voor zijn rekening neemt.

We kunnen een vergelijkbare manier van journalistiek in Nederland die het internet snapt en het weet in te zetten goed gebruiken. Internet gaat niet weg. Je leert er gedijen of er volgt een marginaal bestaan ergens aan de zijlijn. De vraag is: welke Nederlandse krant heeft de ambitie om dit soort dingen te doen? Mijn zegen en —zo nodig— hulp kunnen ze krijgen.

I come not to save Flash

Adobe’s CEO said that Flash is safe from HTLM5. Just the fact that Adobe made a board level comment on this is telling enough, the answer itself is somewhat lacking.

It’s nice that they’re optimistic for improvements in HTML. Seeing what disasters both the XHTML and in a somewhat lesser extent SVG tracks of the W3C standardization process have been, we could definitely use them. They should admit though, that a full fledged HTML5 with rich CSS3+ is the death knell for Flash.

The more sites we see like the Holland Festival one the more it means that clients are choosing for an open and more semantic website with gradual improvements in JavaScript and CSS. It may take ten years, but we may see the first signs of a shift in this industry.

No mobile?

He’s right to say that it’s difficult to deliver a consistent HTML5 experience across browsers on the desktop. The fact that he conveniently ignores mobile browsers is more than a bit misleading.

Mobile internet usage is exploding and most of that usage is centered around Webkit based browsers. Mobile webkit is also pretty rapidly incorporating HTML5 features and things like CSS transitions. This gives developers who want to make a great mobile site for a big and important part of their audience a single very compelling target to develop for.

Like Gruber said, one of the most noteworthy non-announcements for iPhone 3.0 was no Flash. Who really needs it anyway on the iPhone? And why would Apple let somebody else in on their platform?

Is Flash dead? No. Is there for the first time a clear path forward to a world without Flash? Yes, finally!

Een middel tegen Wilders

Ik heb al lang niet over politiek geschreven hier omdat het redelijk suf is en ik het niet bijzonder meer volg. Vroeger keek ik wel een stapel actualiteiten en journaals per dag, maar sinds ik geen tv meer heb komt het er niet meer zo van. Dat is zeker niet erg, dit is zeker een beter leven.

Alleen ik erger me meer en meer aan Wilders en naar blijkt ben ik niet de enige. De politiek heeft geen antwoord (behalve D’66 een beetje met Pechtold). De meeste mensen die ik ken zijn niet politiek actief, maar die vinden het ook allemaal van de zotte en verschrikkelijk dat er mensen bestaan die op de PVV stemmen.

Er is inhoudelijk veel over te zeggen over hoe verwerpelijk de standpunten zijn en hoe de politiek zich beweegt in reactie. Daar ga ik het nu niet over hebben. Ik vind het interessanter om te zien dat er in feite al een cordon sanitair is gevormd in de samenleving en dat dat tegenproductief werkt.

Zo zag ik vanochtend via @jaapstronks een bericht op Prettige Voortzetting over een motie van wantrouwen tegen Wilders.

Prettige Voortzetting is een goed initiatief. Journalistieke media zijn over het algemeen teveel bezig met de waan van de dag en te weinig met reflectie, feiten controleren en teruggrijpen. Een weblog wat alle uitlatingen van Wilders (of om het even welke politicus) fileert kan een bijzonder waardevol middel zijn. Vergelijk het bijvoorbeeld met PolitiFact die Obama’s beloftes bijhoudt en een Pullitzer heeft gewonnen.

Over die motie ben ik een stuk minder positief en ik schoot tegen Jaap ook uit mijn slof. Dat verdient uitleg dus daarom schrijf ik dit.

Zoals ik al schreef is er een feitelijk cordon sanitair namelijk dat niemand iets te maken wil hebben met Wilders, mensen die op Wilders stemmen en de bijbehorende standpunten. We vinden het allemaal heel erg maar we blijven lekker zitten in de ivoren toren van onze linkse kerk.

Deze motie van wantrouwen doet precies dat: preken voor eigen parochie. Het is hartstikke leuk maar je bereikt er niks mee. De motie gaat niks veranderen aan de standpunten van de mensen die op Wilders stemmen en hij gaat denk ik ook niet veel invloed hebben op de mensen die erover denken om op Wilders te stemmen.
De mensen die nooit op Wilders zouden stemmen vinden de motie geweldig en ‘steunen hem van harte’ maar die gingen toch al niet op Wilders stemmen. Je kunt je een beetje op de borst kloppen maar je negeert de realiteit en je schiet niks op.

Wat is dan de oplossing? In gesprek te gaan met Wilders zelf en met de mensen die op hem stemmen lijkt me het beste idee. Wilders ontloopt het debat vaak omdat hij dan door de mand valt. In gesprek met PVV-stemmers zullen die vaak nog sneller door de mand vallen. Maar daarmee bedoel ik niet dat je erop moet gaan staan dat je gelijk hebt. Onderken liever dat er echte problemen zijn máár dat die niet worden opgelost door de maatregelen van Wilders.

Dat zal niet makkelijk zijn. Ik heb het PVV-gelul in de trein een half uur mogen aanhoren en dat soort mensen gaat niet luisteren naar moties van wantrouwen of andere onzin. En wat het cordon betreft, dat is door onszelf opgelegd in de zin van ‘wij willen niks met dat soort mensen te maken hebben.’ Ja, PVV-stemmers zijn over het algemeen vieze nare onontwikkelde mensen maar het zijn wel mensen.

Als je echt serieus bent over het ‘probleem Wilders’ dan begin je een beweging die tot doel heeft om te praten met hem en vooral met zijn aanhang en ze te betrekken bij de oplossingen van de problemen. Dat lijkt me moeilijk maar op de langere termijn zinniger. We kunnen de boel ook negeren maar gezien wat er met de PvdA gebeurd is, is dat misschien niet de beste strategie.

The City Is Here For You To Get Fined By

For any international readers, as the Dutch are probably already very much aware of our totalitarian parking policies.

The headline for the piece accompanying this video reads: “Odds of getting fined doubled” in Dutch.

The video is in Dutch but you should still be able to make out a very interesting and frankly somewhat scary urban systems play.

There is a Google Streetview like car which drives through Amsterdam. It has 3 cameras on either side to be able to scan the three predominant parking patterns (queue, fish and orthogonal). The cameras OCR the license plates of all parked cars and check them with a database.

Another necessary ingredient is a new class of parking ticket machines where you need to punch in your license plate before you get your ticket. The machines are pretty poorly designed, causing a lot of user frustration but they are an essential part of the system. These ticket machines are connected and they push your license plate and the time you have bought to a central server.

So if the scanning car finds a license plate which a ticket machine has not designated as having bought a ticket, a third party is dispatched on scooter to check if there is in fact no valid parking ticket lying under the windshield. If there isn’t, he writes a fine.

Changes

The system dramatically increases the odds of you getting fined compared to the previous system where parking inspectors would walk the street samplewise. This approaches a total and real time assessment and billing of urban space.

The fact that the scanner does not need to get out of the car is interesting from a division of labor point of view. The person actually fining the car gets an SMS and then does a tactical strike with the urban rapid entry vehicle of choice. This minimizes the contact surface with the parking inspectors reducing both potential aggression and being able to see parking inspectors coming (and making a mad dash to the ticket machine).

When Google’s car scans the street all kind of privacy concerns are paraded even though the end result benefits and harms the entire public equally. Nobody even realizes yet what the consequences of this approach will be until we get to feel and see it more directly. It is difficult to ‘feel’ a higher accuracy of parking inspection except that people who normally would hardly ever get a fine, will get them now.

I’m also interested in people’s reaction to changing a leaky implementation of a system of regulations with its faults and errors but a human scale to a totalitarian implementation such as this one which covers enough as to be nearly foolproof. Protest? Quiet resignation? We will see.

And for all you militant free parking advocates out there, put this on your reading list: The High Cost of Free Parking

NDOV uitkomst programmeerwedstrijd

Recent was de prijsuitreiking van de 9292 programmeerwedstrijd voor een applicatie op hun databron gemaakt door studenten. Ik heb daar hier al genoeg woorden aan vuil gemaakt en de uitkomst is leuk maar niet zo opzienbarend als men deed voorkomen.

Wat wel interessant is, zijn de interviews met de verschillende spelers in de openbaar vervoersector en de uitspraken die ze dan doen.

Vincent deed al een oproep tot ‘Ramen open!’, eens kijken of en wanneer dat dan gaat gebeuren.

Eerst maar eens staatssecretaris Tineke Huizinga:

Huizinga kondigt de Nationaal Datawarehouse Openbaar Vervoer (NDOV) aan die in 2015 klaar moet zijn. Ze zegt dat marktpartijen dan planners moeten maken, en er moeten dan initiatieven uit de ‘markt’ komen. Vincente stelt terecht de vraag wie er dan gecertificeerd wordt om daarmee aan de slag te gaan.

Het is een wat raar verhaal waarom alle lokale overheden de vervoersinformatie eerst hebben ondergebracht bij 9292 die zo’n database heeft met alle vervoersinformatie en ze nu opnieuw zo’n database gaan aanleggen met dezelfde gegevens erin. Dubbel werk lijkt me. En wie zijn dan die ‘marktpartijen’ die planners ‘moeten’ maken?

Het gaat sowieso lang duren voor die NDOV er is en ik ben bang dat het proces van certificering te ingewikkeld in te kostbaar zal zijn waardoor de definitie van marktpartijen verengt tot ‘grote bedrijven die al werkzaam zijn in de sector’ en de innovatie een wisse dood sterft.

Maar het kan ook goed aflopen. Zie het verhaal van Gert Staal directeur 9292ov:

Staal meldt dat ze ‘openstaan voor vernieuwingen ook van buitenaf’. Vincent vraagt of derde partijen met een API kunnen integreren met 9292 waarop Staal bevestigt dat er meer zeker meer openheid komt maar:

  1. Dit kan niet 100% omdat lokale vervoerders in de weg zitten.
  2. Dit gaat gebeuren in samenwerking met het NDOV wat een initiatief is van Verkeer en Waterstaat samen met 9292 en waar alle actuele en statische informatie in het openbaar vervoer in opvraagbaar moet zijn. Staal: “Onder bepaalde voorwaarden kan iedereen daarbij. Die voorwaarden zullen voor iedereen gelijk zijn.”

Dat klinkt dus goed zolang die voorwaarden enigzins open zijn. Nu nog een roadmap en het lijkt erop alsof we aan de slag kunnen.

Kyteman and his Hip Hop Orchestar

For my international audience; if you’ve been living in the Netherlands you could not have missed this.

Yesterday night we saw a live gig here in Delft by Kyteman (myspace) and his hip-hop orchestra and we stood agape with wonder. This guy is a recent musical sensation in the Netherlands and if you can catch a show by him run to it!

Kyteman is a hip-hop artist/conductor with a trumpet who leads a 21 piece orchestar with a full brass section, a string section and a host of M.C.s. A definite mashup formation with hip-hop, funky and blues sounds. I write orchestar because it is reminiscent even of more balkan influences like Bregović and Beirut. The sound they produce is rich and dynamic and the performances spectacular in their grandeur.

The music is awesome, but the live gig is where it’s at. 3voor12 made a composition of audience recordings at Pinkpop to give you an idea of the explosion.