Eindrapport Adviescommissie Verkeersinformatie

Dit rapport is tijdens de verhuizingen een beetje tussen wal en schip geraakt. Het lijkt me goed om de gedeelten die ik al had aangestreept even snel te bloggen voordat we diep op de openbaar vervoersinformatie-situatie in Nederland ingaan.

Ik kwam dit rapport vorig jaar op het spoor als het rapport van ‘Commissie Laan III’1 en na wat gebel kon ik het opgestuurd krijgen van onze rijksoverheid. Het heet “Eindrapport Adviescommissie Verkeersinformatie”en is uit April 2009.

Er staan interessante dingen in over de verhoudingen tussen de verschillende partijen in dit gebied en verstandige woorden over het belang van een publieke voorziening voor data. Dit belang is duidelijk maar deze commissie adviseert alleen en dat in redelijk vage bewoordingen waardoor er niet zoveel gebeurt.

Om te beginnen:

De commissie bestaat uit vertegenwoordigers (op directieniveau) van verschillende wegbeheerders, belangenorganisaties op gebied van mobiliteit, transport en logistiek alsmede marktpartijen die zich onder meer richten op de distributie van verkeersinformatie, zogeheten service providers. (blz. 4)

Ik mis twee groepen in de samenstelling van de commissie:

  1. Mensen met een idee van het verstorende en innovatieve potentieel van het internet.
  2. Mensen die de belangen van echte eindgebruikers behartigen.

Het ontbreken van die twee groepen zorgt ervoor dat de commissie nooit echt toekomt aan de dingen waar het echt om gaat wat betreft verkeers- (en vervoers-)informatie.

Wie zaten er dan wel in? Uit bijlage B:

  • ANWB bv
  • EVO
  • Siemens Nederland
  • Vialis Verkeer & Mobiliteit bv
  • ARS Traffic & Transport Technology
  • Verkeersinformatiedienst
  • Publieke Omroep
  • Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
  • Interprovinciaal Overleg (IPO)
  • Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat

en als adviseurs:

  • Rijkswaterstaat- Verkeerscentrum Nederland
  • Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Mobiliteit

Verder:

Het belang van actuele en betrouwbare verkeersinformatie geldt – afgezien voor overheden – ook in hoge mate voor het bedrijfsleven en individuele weggebruikers. De informatie over de verkeersafwikkeling, nu nog sterk per modaliteit gesegmenteerd (weg/OV), wordt hoofdzakelijk door publieke partijen, aangeboden aan service providers die op hun beurt de informatie doorgeven aan de gebruikers. De publieke partijen bieden informatie veelal aan vanuit hun rol als verkeersmanager. (blz. 4-5)

‘Service providers’ zijn volgens het rapport partijen als ANWB en Siemens.

‘Verkeersmanagers’ doen precies dat. Dat zijn partijen —ik denk met name op de weg— die ervoor zorgen dat de dingen zo veilig en efficient mogelijk gebeuren. Daarvoor verzamelen ze die informatie ook.

Het uiteindelijke collectieve doel van de informatieverschaffing is het publiek zodanig te kunnen informeren dat individuele gebruikers in staat zijn om goede en slimme keuzes te maken in hun mobiliteitsbehoefte. De baten bestaan voor het bedrijfsleven uit een betere bereikbaarheid c.q. tijdswinst, uiteindelijke leidend tot het genereren van (meer) omzet en winsten, en voor de publieke wegbeheerders in een betere benutting van hun infrastructuur. (blz. 5)

Bovenstaande is exemplarisch voor hoe de discussie geframed wordt. Transport is een probleem van het bedrijfsleven en bedrijven verliezen geld als dat niet goed gebeurt. Dat is gedeeltelijk waar, maar toch grotendeels het paard achter de wagen spannen. Transportmogelijkheden danwel op de weg, danwel via het openbaar vervoer bieden transmobiliteit: mensen krijgen de mogelijkheden om zich te ontplooien op een heleboel manieren waaronder werk, onderwijs en vrije tijd.

Dat zou het kerndoel moeten zijn en dat ontbreekt totaal. Als die ontplooiing goed gebeurt dan ontstaat er meer maatschappelijke welvaart dan alleen maar meer omzet. Maar de deelnemers van deze commissie zien dat niet.

We zitten nu nog in de management samenvatting. Wat punten:

4 Om de weggebruiker nog beter van informatie te voorzien zodat hij bij een routekeuze meer rekening houdt met lokale omnstandigheden omtrent verkeersveiligheid, leefbaarheid en milieu, dient deze informatie systematisch door wegbeheerders aan service providers en andere marktpartijen beschikbaar te worden gesteld. Daarnaast is deze informatie ook voor de weggebruikers zelf praktisch en nuttig (minder files en omrijroutes). (blz. 7)

Het is een beetje de vraag wat nu een marktpartij is. Zoals het nu bij het NDW2 geïmplementeerd is betaal je €6000 per jaar om bij de gegevens te mogen (zie dit verslag Hergebruik van Overheidsinformatie). Dit omdat ze ‘kosten maken’, maar je sluit door zo’n hoge barrière op te werpen de meer innovatieve en specialistische toepassingen voor die gegevens bij voorbaat al uit.

5 Teneinde de weggebruiker in staat te stellen om voor en tijdens zijn reis gebruik te maken van alternatieven die het OV biedt en daaraan gerelateerde services zoals P+R-voorzieningen en OV-fiets, is het noodzakelijk dat er multi-modale reisplanners beschikbaar komen.

Stimuleer het openstellen van OV-informatie voor marktpartijen op de korte termijn en bevorder de invoering van multi-modale routeplanners en hieraan gekoppelde diensten. (blz. 7)

Wat wordt er verstaan onder een marktpartij? Is een hobbyist of een kunstenaar een marktpartij? Moeten alle diensten noodzakelijkerwijs commercieel zijn?

De noodzaak van die multi-modale planners is ontzettend groot. Alle pogingen die tot nu toe zijn gedaan door bijvoorbeeld TomTom of 9292 zijn er nog niet helemaal en er is er nog eentje in ontwikkeling door de Waag maar daar heb ik tot nog toe niks van vernomen.

Als er geen barrières waren wat betreft kosten en moeizame gesprekspartners dan weet ik zeker dat er veel meer, specifiekere en betere routeplanners al beschikbaar zouden zijn. Misschien enkele complete multimodale planners, maar daarnaast een heleboel specifieke niche-toepassingen en integraties met andere applicaties.

Er wordt een organisatorisch vervolg geschetst waar de verschillende partijen met elkaar in gesprek kunnen blijven3 en:

Hiermee wordt bevorderd dat de reiziger in de toekomst optimale en betrouwbare informatie ontvangt om zodoende een persoonlijke afweging omtrent het voorgenomen reisgedrag te kunnen maken (modaliteit, tijdstip van vertrek, routekeuze, kosten en comfort etc.). Daarmee kan een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de vergroting van de bereikbaarheid en een betere benutting van de infrastructuur. (blz. 8)

Lees bovenstaande en ga bij jezelf na in hoeverre je optimale en betrouwbare informatie ontvangt en hoe dat je bereikbaarheid beïnvloedt. De wil is er, maar de toekomst waar de commissie het over heeft lijkt nog ver weg.

Dan het rapport zelf.

De resultaten van Commissie Laan II:

In de kern waren genoemde aanbevelingen gericht op het wijzigen van de relatie en de leveringsovereenkomst tussen Rijkswaterstaat/TIC enerzijds en de service providers (ANWB, Siemens etc.) anderzijds. Deze aanbevelingen waren tevens bedoeld om de verhoudingen tussen partijen weer te ‘normaliseren’, na een roerige periode tussen genoemde partijen, waarbij een aantal conflicten zelfs tot rechtszaken had geleid. (blz. 13)

Fijne jongens. Het laat zich raden dat die rechtszaken niet in eerste plaats om het belang van de eindgebruiker waren.

En meer:

Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat Rijkswaterstaat de ruwe verkeersgegevens beschikbaar is gaan stellen aan service providers. Verder waren service providers niet langer verplicht om eigen ingewonnen verkeersgegevens aan Rijkswaterstaat terug te geven. (blz. 14)

En een interessant voorbehoud van de minister:

dat ‘waar het gaat om informatie die rechtstreeks verband houdt met de publieke rol van Rijkswaterstaat als netwerkmanager, Rijkswaterstaat deze verkeers(management) informatie zélf moeten kunnen verstrekken aan het algemene publiek; los van de vraag of deze informatie reeds door de markt wordt of zal worden aangeboden.’ (blz. 14)

Dit rapport gaat vooral over Rijkswaterstaat en de wegen waar de verkeersinformatie in het NDW staat. Rijkswaterstaat heeft die publieke rol en is niet geprivatiseerd waardoor de minister dit wat makkelijker kan zeggen. Wat betreft het openbaar vervoer is er een lappendeken van (semi-)private ondernemingen die wél een publieke rol hebben wat betreft informatievoorziening maar die niet willen uitoefenen.

Nog een leuke (maar holle) uitspraak:

De Minister geeft in nota aan dat hij de publiek-publieke en de publiek-private samenwerking wil stimuleren: “De groeiende behoefte van zowel overheid als weggebruiker aan een goede en betrouwbare verplaatsingskwaliteit van deur tot deur vereist meer samenwerking tussen wegbeheerders en ook tussen vervoerswijzen. Het vereist bovendien werken over de eigen beheersgrenzen heen en rekening houden met elkaars doelstellingen en belangen.”(blz. 18-19)

Een open ‘deur’ waar niks mee gebeurt. Een beetje rondvragen bij de instanties leert dat over beheersgrenzen heen werken een fictie is en dat iedereen zich verschuilt achter de institutionele knoop waar de reiziger het slachtoffer van is.

Dit handelen vindt zijn grondslag in het algemene, publieke belang bij bevordering van de benutting van infrastructuur. Het is staand nationaal beleid om hergebruik van overheidsinformatie te bevorderen teneinde bij te dragen aan de algemene kennisinfrastructuur. Het ruimhartig verstrekken van overheidsinformatie is mede hierom dan ook vastgelegd in de Wet Openbaarheid van Bestuur. (blz. 22)

Dat het toestaan van hergebruik vanuit de overheid ingewonnen gegevens effecten kan hebben op de aanbodzijde van de verkeersinformatiemarkt, is op zelf genomen niet toereikend om het hergebruik te weigeren. (blz. 23)

Ruimhartigheid in het vestrekken van overheidsinformatie zou heel fijn zijn. Het hergebruik zoals geregeld in de WOB blijkt te zwak om gegevens beschikbaar te stellen (ook volgens Mariko Peters op die bijeenkomst).

Over het beschikbaar stellen van basisgegevens (die eigenlijk niet ter discussie staan):

Hoe gaan publieke partijen, waaronder wegbeheerders en/of vervoersautoriteiten, deze publiek ingewonnen of ingekochte gegevens aan marktpartijen ter beschikking stellen en onder welke randvoorwaarden?

Voorkomen moet worden dat er ‘oneigenlijke’ concurrentie tussen publieke en marktpartijen optreedt.

Om de weggebruiker van deze informatie te voorzien, dienen overheden en marktpartijen een infomatie-marktplaats in te richten waar (voornamelijk) publieke partijen informatie kunnen aanleveren en marktpartijen informatie kunnen halen. (blz. 26)

Dit zijn dezelfde kwesties waar je met elke open data situatie mee te maken krijgt. We hebben gegevens; hoe geven we ze vrij. Waar worden de kosten die we maken bij het vrijgeven van betaald? Dit zijn vragen waar antwoorden op geformuleerd moeten worden.

Één mogelijke oplossingen die wij web-techneuten altijd voorstellen is: geef ons de rauwe data en wij zorgen wel dat het ontsloten wordt. Geen kosten, geen zorgen. Beleidsmakers en andere beslissers bij de overheid kunnen helaas met zo’n model niet overweg.

Wat hierboven wel opvalt is hoe vaak het woord markt genoemd wordt. Er is een duidelijke publieke behoefte aan deze informatie, maar de overheid durft niks te doen wat de ‘precaire’ markt zou kunnen beïnvloeden. Ik denk dat markt en maatschappij meer hebben aan een overheid die zijn verantwoordelijkheid neemt en niet een situatie van marktfalen aan blijft kijken.

Dan het stukje ‘integratie van weg en OV-informatie’:

Voor OV-(basis)gegevens is er nog geen sprake van een vergelijkbare markt als voor wegverkeersinformatie. (blz. 27)

Het is dus nog maar de vraag of een ‘markt’ de beste oplossing is.

Van het project Kwaliteitsverbetering OV-informatie dat door het Ministerie is geëntameerd, worden impulsen verwacht die ertoe kunnen leiden dat OV-gegevens aan marktpartijen ter beschikking komen én tot nieuwe (multimodale)produkten en diensten kunnen leiden.

[…]

Stimuleer het openstellen van OV-informatie voor marktpartijen op korte termijn en bevorder de invoering van multimodale routeplanners en hieraan gekoppelde diensten. (blz. 27)

Goede voornemens, erg weinig voortgang.

Wat moet er dan wel gebeuren? In een volgend bericht daarover een serie concrete aanbevelingen.

  1. drs. J. Laan []
  2. Op de site geen API te zien. Je moet zoeken als je bij de gegevens wilt en dan staat er: “De NDW gegevens worden beschikbaar gesteld aan partijen die zich bezighouden met verkeersmanagement en verkeersinformatie. Hiervoor worden de kosten in rekening gebracht die gemaakt worden om deze service te bieden: € 6000,- (excl. BTW) aansluitkosten per afnemer per jaar.” []
  3. ‘de continuering van overleg tussen de betrokken partijen’ []

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.