De studio uit, de wereld in

Ian Bogost, videogame-filosoof, publiceerde een tijdje geleden een kritiek op de geesteswetenschappen (http://bogost.com — “Beyond the Elbow-patched Playground”) die moeite hebben uit te leggen waar ze voor dienen (deel 1) en niet weten wat ze met het internet aan moeten (deel 2). Bogost rekent af met academici die zich afzonderen in de ondoordringbare vestingen van hun vakgebied en te weinig relevant zijn voor mensen daarbuiten. Bas Heijnes recent verschenen essay ‘Echt zien’ past eenzelfde redenering toe op de ‘zieke’ roman. Het is nuttig om deze twee redeneringen tegen de kunst- en cultuursector aan te houden. Na de debatten heeft die zich teruggetrokken maar —het lijkt— geen echte lessen getrokken.

De kunsten staan onder druk en hadden bij de bezuinigingen net zulke moeite om hun bestaan te rechtvaardigen. Betogers kwamen niet verder dan waardeloze tautologieën “Een samenleving zonder kunst is geen samenleving.” Onzin die alleen werkt bij mensen die dat al vinden. Echte maatschappelijke of economische waarde voerde niemand aan omdat die vaak ontbreekt of omdat kunst die nuttig of populair is, niet serieus genomen wordt.

Bogost stelt in zijn redenering dat de geesteswetenschappen het publiek minachten. Dat had je over de kunsten niet kunnen zeggen tot de ‘Mars der Beschaving’ plaatsvond. Die liet pijnlijk zien hoe verziekt de relatie tussen de sector en het brede publiek is. Een kleine groep mensen wil blijven doen wat ze altijd al deden zonder daar verantwoording over af te leggen tegen de samenleving waar ze afhankelijk van is.

Verder heeft niet alleen de roman moeite met de (digitale) media zoals Heijne beschrijft, maar vrijwel alle instituties. De kosten om dingen te maken en uit te proberen zijn nog nooit zo laag geweest. Iedereen kan optreden en zichzelf presenteren hoe ze maar willen. Natuurlijk is dat amateuristisch, maar vaak is het wél goed of goed genoeg voor de betrokkenen. Het is niet meer te verkopen dat een kleine groep de artistieke middelen monopoliseert en daar weinig meer mee doet dan een iets grotere elite te bereiken.

Als de kritieken passen, ligt het voor de hand dat de oplossingen dat ook doen. Bij beiden is dat dat kunst die zich wil beroepen op maatschappelijke waarde met beide benen in de samenleving moet staan en daar relevant moet zijn. Kunst moet de geheimen van de wereld blootleggen en ons dingen leren over onszelf. Daar heeft het helaas te lang aan ontbroken.

Een correctie was noodzakelijk maar dat die zo hard aankomt ligt meer aan de sector dan aan de staatssecretaris. Het lijkt erop dat mensen er liever voor kiezen om irrelevant te worden dan om met hun tijd mee te gaan. Maar een culturele bosbrand is gelukkig geen ramp. Waar er mogelijkheden zijn zullen behoeftes altijd vervuld worden. Des te makkelijker zelfs zonder de drukkende last van het verleden.

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.